Hoewel de technologie die wordt gebruikt in digitale computers drastisch is veranderd sinds de eerste computers van de jaren 1940 (zie hardwaregeschiedenis), gebruiken bijna alle computers tegenwoordig nog steeds de door John von Neumann voorgestelde Von Neumann-architectuur.
In navolging van de architectuur hebben computers vier hoofdsecties, de rekenkundige en logische eenheid, de besturingseenheid, het geheugen en de invoer- en uitvoerapparaten. Deze delen zijn onderling verbonden door bussen. De rekenkundige en logische eenheid, de besturingseenheid, de registers en het basisinvoer- en uitvoergedeelte staan bekend als de CPU. CPU is een afkorting voor Central Processing Unit, oftewel processor en is de hart van je computer.
Sommige grotere computers verschillen in één belangrijk opzicht van het bovenstaande model: ze hebben meerdere CPU’s die tegelijkertijd werken. Bovendien hebben weinig computers, die voornamelijk worden gebruikt voor onderzoek en wetenschappelijke informatica, significante verschillen met het bovenstaande model, maar ze hebben niet veel commerciële toepassingen.