Geheugen is een apparaat waarmee de computer gegevens voor een bepaalde tijd kan opslaan. Momenteel wordt de term over het algemeen gebruikt om vluchtige geheugens te definiƫren, zoals RAM, maar het oorspronkelijke concept omvat ook niet-vluchtige geheugens, zoals de harde schijf. Een deel van het computergeheugen wordt in de processor zelf gemaakt; de rest wordt verdund in componenten zoals RAM-geheugen, cachegeheugen, harde schijf en verwijderbare medialezers zoals flashdrive, usb-stick, geheugenkaart, cd en dvd.
In moderne computers is elke geheugenlocatie geconfigureerd om groepen van acht bits op te slaan (een byte genoemd). Elke byte kan 256 verschillende getallen vertegenwoordigen; van 0 tot 255 of van -128 tot +127. Om grotere getallen op te slaan kunt u meerdere opeenvolgende bytes gebruiken (meestal twee, vier of acht). Wanneer negatieve getallen worden opgeslagen, wordt de twee-complementnotatie gebruikt.
Computergeheugen wordt meestal verdeeld in primair en secundair, en er zijn ook onderzoekers die beweren “tertiair” geheugen te hebben.