Om al deze apparaten met elkaar te verbinden is er een speciaal ondersteuningsbord, het moederbord, dat alle apparaten verbindt via bussen, draden en stopcontacten. Zijn functie omvat ook de aansluiting van hulpkaarten die de invoer- en uitvoerrandapparatuur ondergeschikt maken, zoals de geluidskaart (verbindt met de klankkast), de videokaart (verbindt met de monitor), netwerkkaart (verbindt met LAN) en faxmodem (verbindt met telefoonlijn).
Merk op dat de bus tussen de componenten geen point-to-point-verbinding vormt; het kan logisch meerdere componenten verbinden met dezelfde set draden. De bus kan een seriële interface of een parallelle interface gebruiken.
Andere extra apparatuur die in combinatie met het moederbord wordt gebruikt, is het koellichaam, een kleine ventilator om de processor te koelen en de voeding, die verantwoordelijk is voor de stroomvoorziening van alle computercomponenten.